Zorgverlof

1. Inleiding

Personeelsleden hebben het recht om gedurende maximaal vijf dagen per kalenderjaar afwezig te zijn om persoonlijke zorg of steun te verlenen aan een gezinslid of een familielid dat wegens een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.

Deze schorsingsgrond kan worden gebruikt voor het verlenen van elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging ten aanzien van de bloedverwanten in eerste graad, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner, alsook iedere persoon die samenwoont met de werknemer.

De behandelende arts van het betrokken gezins- of familielid bepaalt of er al dan niet sprake is van een ernstige medische reden als gevolg waarvan men behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.

Rechtsbron: Artikel 30bis, §2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten -  Artikel 66/1 BVR RPR 2023 

2. Modaliteiten

Het recht op zorgverlof betreft een nieuwe regeling dat complementair is met het verlof voor mantelzorg, palliatief verlof en het verlof voor medische bijstand. Het aantal dagen zorgverlof dat wordt opgenomen, wordt aangerekend op het verlof om dringende redenen. De vijf dagen zorgverlof dienen niet noodzakelijk aaneensluitend te worden opgenomen.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen naargelang het type arbeidsregeling waarin de werknemer is tewerkgesteld (voltijds, deeltijds, ...). Bijgevolg dienen de regels inzake zorgverlof op dezelfde wijze te worden toegepast op alle categorieën van werknemers. Ook deeltijdse werknemers zullen recht hebben op maximaal vijf, al dan niet aaneensluitende, dagen zorgverlof per kalenderjaar. Voor deeltijdse werknemers wordt het maximaal aantal dagen zorgverlof per kalenderjaar dus niet pro rata berekend.

Er dient geen loon te worden uitbetaald gedurende het zorgverlof. 

Rechtsbron: Artikel 30bis, §2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten -  Artikel 66/1 BVR RPR 2023 

3. Procedure

De werknemer die zorgverlof wenst op te nemen, dient de werkgever vooraf in kennis te stellen. De werknemer dient zo spoedig mogelijk een attest ter staving van zijn afwezigheid te bezorgen aan zijn werkgever. Dit attest moet afgeleverd zijn door de behandelende arts van het betrokken gezins- of familielid in het kalenderjaar waarin het zorgverlof wordt opgenomen. Uit het attest moet blijken dat het gezins- of familielid wegens een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun. De medische reden zelf mag uiteraard niet worden vermeld wegens privacyredenen.

Rechtsbron: Artikel 30bis, §2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten -  Artikel 66/1 BVR RPR 2023 

4. Ontslagbescherming

Werknemers die gebruik maken van het recht op zorgverlof mogen niet worden ontslagen, behalve om redenen die vreemd zijn aan de opname van dit verlof. Deze ontslagbescherming beslaat de periode vanaf het ogenblik van de kennisgeving aan de werkgever van de opname van dit verlof (uiterlijk de dag van opname van het zorgverlof) tot een maand na de opname ervan.

De werkgever dient te kunnen bewijzen dat het ontslag vreemd is aan de opname van het zorgverlof. Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van de redenen van zijn ontslag. Indien de werkgever het bewijs van een geldige ontslagreden niet kan leveren, is er een forfaitaire vergoeding verschuldigd van zes maanden brutoloon, onverminderd de gewone verbrekingsvergoedingen.

Ten slotte is het belangrijk om op te merken dat de werknemer ook ontslagbescherming geniet indien een ontslag door de werkgever wordt gegeven na de afloop van de beschermde periode tegen ontslag, maar voorbereid werd tijdens deze periode. 

Rechtsbron: Artikel 30bis, §2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten -  Artikel 66/1 BVR RPR 2023