Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit
1. Algemeen
Disponibiliteit is een vorm van afwezigheid die enkel van toepassing is op statutaire personeelsleden. Tijdens deze afwezigheid ontvangt het statutaire personeelslid een wachtgeld.
Het is wel zo dat het lokaal bestuur de mogelijkheid tot disponibiliteit moet opgenomen hebben in haar eigen rechtspositieregeling. Anders kan het bestuur er geen beroep op doen.
Indien het lokaal bestuur niet voorzien heeft in een stelsel van disponibiliteit wegens ziekte en de ziektekredietdagen van het personeelslid zijn uitgeput, blijft de gelijkstelling van het ziekteverlof met dienstactiviteit gelden en behoudt het statutaire personeelslid zijn normaal salaris.
2. Disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit
Een statutair personeelslid kan bij afwezigheid wegens ziekte of invaliditeit op het ogenblik dat zijn ziektekredietdagen zijn opgebruikt in disponibiliteit gesteld worden wegens ziekte of invaliditeit.
Het personeelslid dat in disponibiliteit wordt gesteld, krijgt een wachtgeld dat gelijk is aan 60% van het laatste activiteitssalaris en de fictieve ontwikkeling daarvan, berekend volgens de regels die van toepassing zouden zijn geweest als het personeelslid nog in effectieve actieve dienst was gebleven.
De raad kan in de rechtspositieregeling bepalen dat het wachtgeld gelijk is aan het laatste activiteitssalaris (100%) als de disponibiliteit wegens arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een aandoening die de bevoegde medische instantie erkent als ernstig en langdurig.
Als dit in de lokale rechtspositieregeling voorzien is, spreekt Medex zich over de erkenning van de ernstige en langdurige ziekte uit.
Er bestaat geen limitatieve lijst van ernstige en langdurige ziekten.
Als Medex van oordeel is dat het personeelslid effectief aangetast is door een ernstige en langdurige ziekte gaat het recht op een wachtgeld, dat gelijk is aan het laatste activiteitssalaris, in met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de lopende periode van disponibiliteit, tenzij de artsen van Medex een specifieke begin- en of einddatum vermelden.
Rechtsbron: artikel 63 BVR RPR 2023
BVR RPR 2007 De regeling uit het BVR RPR 2007 is nog van toepassing tot op het ogenblik dat een bestuur beslist om de lokale rechtspositieregeling op dat vlak aan te passen na de inwerkingtreding van het BVR RPR 2023 (m.n. 18 maart 2023). Onder het BVR RPR 2007 geldt dat het statutair personeelslid een wachtgeld, gedurende de periode van disponibiliteit, ontvangt, welk gelijk is aan 60% van de laatste activiteitswedde en de fictieve ontwikkeling daarvan. Het wachtgeld mag wel niet minder bedragen dan:
Gedurende de disponibiliteit behoudt het statutair personeelslid zijn rechten op verhoging van het salaris. Deze toestand eindigt op het moment dat de ziekte of invaliditeit stopt of op het moment dat het personeelslid al dan niet op vervroegd pensioen wordt gesteld. |
3. Deeltijds werken - deeltijds disponibiliteit
In het BVR RPR 2023 wordt de afwezigheid van het personeelslid tijdens een progressieve werkhervatting steeds beschouwd als verlof voor gedeeltelijke werkhervatting (met gedeeltelijk salaris, zodat de afwezigheid als dienstactiviteit zal worden beschouwd). In dit geval is er geen sprake van deeltijds werken en deeltijds disponibiliteit, maar van deeltijds werken en deeltijds verlof wegens gedeeltelijke werkhervatting.
Rechtsbron: artikel 63 BVR RPR 2023
BVR RPR 2007 De regeling uit het BVR RPR 2007 is nog van toepassing tot op het ogenblik dat een bestuur beslist om de lokale rechtspositieregeling op dat vlak aan te passen na de inwerkingtreding van het BVR RPR 2023 (m.n. 18 maart 2023). Onder het BVR RPR 2007 is het niet mogelijk om een personeelslid deeltijds op disponibiliteit te zetten. Men kan natuurlijk wel volledig op disponibiliteit gezet worden voor een halftijdse betrekking. Bij uitputting van het ziektekrediet, in de tweede optie, ontstaat de situatie dat de voorlopig deeltijdse werkhervatting niet langer mogelijk is. Het hoofdstuk disponibiliteit wegens ziekte in het rechtspositiebesluit voorziet immers geen vorm van “deeltijdse” disponibiliteit. Men zal in dat geval het personeelslid ofwel volledig moeten laten hervatten ofwel volledig op disponibiliteit moeten stellen. Indien de afwezigheden in het kader van de deeltijdse werkhervatting worden gelijkgesteld met verlof en dienstactiviteit, zal een deeltijdse werkhervatting wél mogelijk zijn aangezien de disponibiliteit wegens ziekte dan ophoudt te bestaan bij een deeltijdse werkhervatting. |
4. Onmogelijkheid retroactieve beslissing disponibiliteit
Het BVR RPR 2007 en het BVR RPR 2023 voorzien niet in een ambtshalve disponibiliteit bij uitputting van het ziektekrediet, omdat besturen niet verplicht zouden mogen zijn om personeelsleden in disponibiliteit te stellen. De aanstellende overheid dient hiertoe dus steeds een beslissing te nemen.
Het is echter niet mogelijk om een personeelslid, bij een laattijdige vaststelling van de uitputting van het ziektekrediet, retroactief in disponibiliteit te stellen. Volgens de rechtspraak van de Raad van State kan de aanstellende overheid geen beslissing tot in disponibiliteitstelling met terugwerkende kracht nemen, omdat er anders afbreuk wordt gedaan aan de verkregen rechten van het personeelslid (door de terugwerkende kracht zou een periode van het ziekteverlof met recht op salaris worden omgezet in disponibiliteit wegens ziekte met een wachtgeld).
Om te vermijden dat personeelsleden te laat in disponibiliteit gezet worden (terwijl het bestuur dat wel wil doen zodra het ziektekrediet opgebruikt is), staat ABB wel toe dat in de lokale RPR bepaald wordt dat een personeelslid – als het ziek wordt in een periode dat het geen ziektekredietdagen meer heeft – automatisch in disponibiliteit wordt gezet tot de volgende ophoging van het ziektekrediet.