Inleiding
De vakantietoelage of het vakantiegeld is een verplichte toelage op basis van artikel 148 van de Nieuwe Gemeentewet. Een lokaal bestuur is dan ook verplicht een vakantietoelage toe te kennen aan haar personeel. Gelet op het feit dat het vakantiegeld een wettelijke vergoeding of toelage is, moet de gemeenteraad ook geen reglement vaststellen, noch een raadsbeslissing nemen om deze vergoeding te kunnen toekennen aan het personeel.
Op basis van artikel 148 van de Nieuwe Gemeentewet ontvangt het gemeentepersoneel een vakantiegeld overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Deze regeling omtrent de vakantietoelage werd eerst uitgewerkt in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2002 betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeente-en provinciepersoneel (B.S. 30 oktober 2002). Het BVR RPR 2023 heeft dit Besluit echter intussen opgeheven en voorziet thans zelf in een regeling inzake het vakantiegeld (bij toepassing van het publiek vakantiestelsel).
De statutaire personeelsleden worden automatisch onderworpen aan het vakantiestelsel van de publieke sector.
Wat betreft de contractuele personeelsleden dient de gemeenteraad te bepalen welk stelsel van jaarlijkse vakantie van toepassing is: het publiek vakantiestelsel (conform het BVR van 13 september 2002 dan wel het BVR RPR 2023) of het privaat vakantiestelsel, met name het stelsel van jaarlijkse vakantie bedoeld in titel III van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
De vroegere gesubsidieerde contractuele personeelsleden kenden een eigen regeling op het gebied van het vakantiegeld volgens een koninklijk besluit van 30 maart 1987 tot uitvoering van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen (BS 7 april 1987). Voor het vakantiegeld volgden zij de regeling van de publieke sector. Wat betreft het aantal vakantiedagen volgden zij evenwel de regeling van de private sector.
Het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen werd echter afgeschaft. Ook voor de personeelsleden tewerkgesteld onder artikel 60, §7 OCMW-wet is deze specifieke regelgeving gewijzigd.
Vanaf 1 januari 2017 vallen artikel 60-werknemers in dienst vanaf 01/01/2017 niet meer onder de 'gemengde vakantieregeling'. De vakantieregeling die vanaf dan op hen van toepassing is hangt af van de keuze die het OCMW gemaakt heeft als vakantieregeling voor de contractuelen. Voor artikel 60'ers die in dienst zijn van vóór 01/01/2017 blijft de regelgeving die tot dan op deze werknemers van toepassing was verder gelden.