1. Toepassingsgebied
Het BVR RPR 2023 bepaalt dat de raad in de rechtspositieregeling een permanentietoelage kan toekennen voor het personeelslid dat door het hoofd van het personeel is aangewezen om zich buiten de normale diensturen beschikbaar te houden voor interventies.
Decretale graden blijven uitgesloten uit het toepassingsgebied.
Rechtsbron: (commentaar bij) artikel 38, lid 1 4° en lid 4 BVR RPR 2023
2. Bedrag
Het BVR RPR 2023 bepaalt geen vast bedrag meer.
Enkel de definities en criteria moeten (nog) worden gevolgd. De verdere modaliteiten worden overgelaten aan de lokale autonomie.
Opgelet: wanneer een bestuur gebruik maakt van de vrijheidsgraden om de modaliteiten van bepaalde toelagen of vergoedingen aan te passen, dan kan dit een impact hebben op de RSZ-bijdragen en de bestaande vrijstellingen voor statutaire personeelsleden. De vrijstellingen die werden toegekend op basis van artikel 30 van het uitvoeringsbesluit RSZ-wet kunnen immers wegvallen.
Onder de oude regeling is voor statutaire personeelsleden een niet-geïndexeerd bedrag van € 0,71/uur vrijgesteld van RSZ-bijdragen, de overige niet-geïndexeerde € 1,30/uur (om te komen tot het oude bedrag van € 2,01) is wel onderworpen aan RSZ-bijdragen.
Voor zover de toepassingsmodaliteiten niet gewijzigd worden, blijft de vrijstelling voor het niet-geïndexeerd bedrag van € 0,71/uur vrijgesteld van RSZ-bijdragen. De overige niet-geïndexeerde € 1,30/uur of een eventuele verhoging ervan, die toegelaten is onder de nieuwe regeling, is wel onderworpen aan RSZ.
Voor contractuele personeelsleden geldt geen gelijkaardige vrijstelling en zijn er dus steeds RSZ-bijdragen verschuldigd.
Kent het bestuur hogere bedragen toe, dan zijn de RSZ-bijdragen uiteraard ook hoger (of andersom).
Rechtsbron: (commentaar bij) artikel 38, lid 1 4° en lid 4 BVR RPR 2023
BVR RPR 2007 en 2011 De regeling uit het BVR RPR 2007 en 2011 is nog van toepassing tot op het ogenblik dat een bestuur beslist om de lokale rechtspositieregeling op dat vlak aan te passen na de inwerkingtreding van het BVR RPR 2023 (m.n. 18 maart 2023). 1. Toepassingsgebied De raad kan een permanentietoelage instellen voor het personeelslid dat door het hoofd van het personeel wordt aangewezen om zich buiten de normale diensturen thuis beschikbaar te houden voor interventies. Dit betekent niet dat iemand in zijn woning moet blijven. Het personeelslid moet wel in staat zijn om binnen een redelijke termijn aan de oproep gevolg te geven. De decretale graden komen niet in aanmerking voor een permanentietoelage. Rechtsbron: (verslag regering bij) artikel 148 BVR RPR 2007 en artikel 111 BVR RPR 2011 2. Bedrag De permanentietoelage bedraagt € 2,01 tegen 100% voor elk uur dat werkelijk aan de permanentie wordt besteed. Rechtsbron: artikel 149 BVR RPR 2007 en artikel 112 BVR RPR 2011 |