Samenloop van verschillende beslagen

De eerste vraag die men zich moet stellen is of er schuldeisers zijn die krachtens de wet beschikken over een voorrecht.

Het voorrecht is een afwijking op het principe van gelijkheid dat de samenloop van beslagleggingen kenmerkt.

Bevoorrechte schuldeisers zullen bij voorrang uitbetaald worden.

! Daarenboven neemt de eerste deurwaarder met een beslag het beslag volledig over en regelt hij de verdeling. Het bestuur dient dan het volledig voor beslag vatbaar gedeelte naar de deurwaarder te storten met een overzicht van de andere beslagen/overdrachten.

a. Samenloop van niet-bevoorrechte beslagen

Het beschikbaar gedeelte wordt verdeeld in verhouding tot de schuldvordering van iedere beslaglegger, m.a.w. "pondspondsgewijs". Telkens er een beslag bij komt, moet men gaan herverdelen.

Voorbeeld:

Drie niet-bevoorrechte schuldenaars willen beslag leggen op het beschikbaar gedeelte van het nettoloon van een werknemer:

  • schuldeiser A heeft een schuldvordering ten bedrage van 110.000 euro,

  • schuldeiser B heeft een schuldvordering ten bedrage van 90.000 euro,

  • schuldeiser C heeft een schuldvordering ten bedrage van 50.000 euro.

De werknemer heeft in totaal dus een schuld van 250.000 euro.

Het beschikbaar gedeelte van het loon zal dus proportioneel moeten worden verdeeld over de drie beslagleggers, als volgt:

  • schuldeiser A: 110.000/250.000 = 44%

  • schuldeiser B: 90.000/250.000 = 36%

  • schuldeiser C: 50.000/250.000 = 20%

b. Samenloop van bevoorrechte en niet-bevoorrechte beslagen 

Er bestaan verscheidene soorten bevoorrechte beslagleggingen:

  1. De absoluut bevoorrechte schuldeiser is de schuldeiser met een vordering ingevolge onderhoudsplicht (= supervoorrecht). Zijn schuldvordering zal altijd vóór elke andere schuldvordering worden aangezuiverd.
  2. De andere bevoorrechte schuldeisers worden bij wet bepaald:
    • de wet van 16 december 1851 houdende de herziening van het hypotheekstelsel: voorrecht van de hypothecaire schuldeiser;
    • het Wetboek van de Inkomstenbelasting: voorrecht van de Administratie der directe belastingen;
    • het BTW-Wetboek: voorrecht van de BTW-Administratie.

Het belang om bevoorrecht schuldeiser te zijn en om derhalve aanspraak te maken op dat voorrecht, kan tweevoudig zijn:

  1. De ingehouden sommen worden bij voorrang uitbetaald op de niet-bevoorrechte schuldeisers;

  2. De ingehouden sommen worden bij voorrang uitbetaald op andere bevoorrechte schuldeisers, wiens voorrecht minder belangrijk is.

Zelfs onder de bevoorrechte schuldeisers bestaat een zekere orde van voorrang. Bevoorrechte schuldenaars van dezelfde rang, worden dan weer “pondspondsgewijs” betaald.

De schuldeiser moet zijn voorrecht wel opeisen in de betekening van het uitvoerend beslag onder derden, zo niet zal men als “gewoon” schuldeiser, op gelijke voet met de anderen worden behandeld.

De volgende situaties kunnen zich voordoen:

  • Samenloop van een beslag wegens onderhoudsplicht en een ander, al dan niet bevoorrecht beslag.
    Het beslag wegens onderhoudsplicht wordt bij voorrang betaald, vóór welke schuldvordering ook.
  • Samenloop van een niet bevoorrecht en een bevoorrecht beslag.
    Het bevoorrecht beslag zal steeds bij voorrang worden gehonoreerd, ongeacht of het vóór of na het niet-bevoorrechte beslag komt.
  • Samenloop van twee bevoorrechte beslagen van verschillende rang.
    Het bevoorrechte beslag van een hogere rang zal bij voorrang worden betaald.
    Zo zal een schuldvordering van de RSZ tot betaling van bijdragen gehonoreerd worden vóór een beslag ten gunste van de Administratie der directe belastingen.
  • Samenloop van bevoorrechte beslagen van dezelfde rang
    Er zal een pondspondsgewijze verdeling plaatsvinden tussen de schuldeisers.
    Bijvoorbeeld tussen de Administratie der directe belastingen en de BTW-administratie.

Samenloop van overdrachten

Een akte van overdracht is slechts inroepbaar tegen derden, tegen andere schuldeisers, vanaf het ogenblik dat het bericht van overdracht wordt neergelegd bij het centraal bestand van berichten.

Op dat moment wordt ook de orde van voorrang tussen de verschillende schuldeisers opgemaakt: de datum en het uur aangebracht op het bericht van overdracht bepaalt de volgorde.

De overdracht met de oudste datum van indiening krijgt dus voorrang op alle andere en moet volledig worden afgelost.

Het bericht van overdracht wordt maar gedurende een termijn van drie jaar bewaard. De overdracht is dan ook maar drie jaar tegenstelbaar aan derden. De werkgever zal op dat moment eventueel de orde van voorrang tussen de verschillende schuldeisers moeten herzien.

Voorbeeld:

Schuldeiser A stelt een procedure in tot overdracht van loon:
  • schriftelijke kennisgeving aan de werknemer van zijn voornemen: 02/08/2011;
  • bevestiging aan werkgever van kennisgeving aan de werknemer: 07/08/2011;
  • registratie van de neerlegging bij het centraal berichtenbestand: 08/08/2011, om 10.00 uur;
  • betekening aan de werkgever van de beslissing om over te gaan tot uitvoering van de overdracht: 04/10/2011.
Schuldeiser B stelt eveneens een procedure in tot overdracht van loon:
  • schriftelijke kennisgeving aan de werknemer van zijn voornemen: 17/08/2011;
  • bevestiging aan de werkgever van kennisgeving aan de werknemer: 17/08/2011;
  • registratie van de neerlegging bij het centraal berichtenbestand: 18/08/2011, om 10.45 uur;
  • betekening aan de werkgever van de beslissing om over te gaan tot uitvoering van de overdracht: 30/08/2011.
Ten aanzien van de werkgever heeft de overdracht uitwerking:
  • voor schuldeiser A: vanaf 04/10/2011;
  • voor schuldeiser B vanaf 30/08/2011.
Voor ieder bedrag uitgekeerd tussen 30/08/2011 en 04/10/2011 worden inhoudingen verricht ten gunste van schuldeiser B. Vanaf 04/10/2011 zal de werkgever de rangverkrijging van de overdrachten moeten nagaan.
Schuldeiser A heeft zijn bericht van overdracht vóór schuldeiser B neergelegd: vanaf 04/10/2011 zullen alle ingehouden bedragen integraal aan schuldeiser A moeten worden gestort; pas na uitvoering van deze schuldvordering, en maximaal tot beloop van het saldo van het beschikbaar gedeelte, zal de werkgever opnieuw stortingen mogen verrichten aan schuldeiser B.

Samenloop van overdrachten en beslagen

a. Eerst een overdracht, dan een beslag

Een overdracht die rang heeft gekregen vóór de betekening van een beslag heeft voorrang en zal volledig worden uitgevoerd.

Het gegeven dat het om een bevoorrecht beslag gaat, verandert niets aan deze voorrang. Het beslag zal maar kunnen worden uitgevoerd, indien de overdracht het voor overdracht of beslag beschikbaar gedeelte niet heeft uitgeput, en maximaal tot beloop van het saldo van dit gedeelte.

Merk op dat een bevoorrecht beslag wegens onderhoudsplicht in ieder geval voorrang heeft op alle andere schuldvorderingen, ook op een voorafgaande overdracht.

Voorbeeld:

Een overdracht krijgt rang op 14/09/2000. De beslissing om over te gaan tot uitvoering van de overdracht wordt aan de werkgever betekend op 27/09/2011.

Een bevoorrecht beslag ten gunste van de Administratie der directe belastingen wordt betekend op 11/10/2011.

Een bevoorrecht beslag wegens onderhoudsplicht wordt betekend op 15/11/2011.

  • Voor de maanden september én oktober worden inhoudingen verricht op het loon, binnen de grenzen van het beschikbaar gedeelte, ten gunste van de schuldeiser die de overdracht heeft laten uitvoeren.

  • Vanaf 15/10/2011 zullen de inhoudingen worden verricht ten gunste van de schuldeiser van het onderhoudsgeld. Slechts als er na deze betaling nog een saldo van het beschikbaar gedeelte rest, en maximaal tot beloop van dit saldo, kan er nog een storting gebeuren ten gunste van de schuldeiser-overnemer.

b. Eerst een beslag, dan een overdracht

Wanneer een overdracht rang heeft gekregen na de betekening van een niet bevoorrecht beslag, dan zullen de betreffende schuldvorderingen pondspondsgewijs worden uitbetaald.

Wanneer een overdracht rang heeft gekregen na de betekening van een bevoorrecht beslag, dan zal het bevoorrecht beslag bij voorrang eerst volledig worden aangezuiverd en komt de overdracht dus niet in aanmerking voor verdeling.

Een bevoorrecht beslag wegens onderhoudsplicht heeft altijd absolute voorrang.

Voorbeeld:

Een bevoorrecht beslag ten gunste van de RSVZ wordt betekend aan de werkgever, zonder dat het voorrecht wordt opgeëist, op 03/08/2011.

Een schuldeiser X stelt een procedure in tot overdracht van loon:

  • schriftelijke kennisgeving aan de werknemer van zijn voornemen: 03/08/2011;

  • bevestiging aan werkgever van kennisgeving aan werknemer: 03/08/2011 ;

  • registratie van de neerlegging bij het centraal berichtenbestand op 04/08/2011, om 09.30 uur;

  • betekening aan de werkgever van de beslissing om over te gaan tot uitvoering van de overdracht: 16/08/2011.

De RSVZ maakt schriftelijk aanspraak op zijn voorrecht op 15/09/2011.

  • In de maand augustus wordt de werkgever geconfronteerd met een niet bevoorrecht beslag (voorrecht werd niet opgeëist), gevolgd door een overdracht.

  • En pondspondsgewijze verdeling zal plaatsvinden tussen de schuldeisers.

  • Vanaf de maand september heeft de werkgever te maken met een bevoorrecht beslag, gevolgd door een overdracht.

  • Het bevoorrecht beslag van de RSVZ zal bij voorrang worden aangezuiverd tot beloop van het beschikbaar gedeelte. Pas na uitvoering van deze schuldvordering, en maximaal tot beloop van het saldo van het beschikbaar gedeelte, zal de werkgever ook aan schuldeiser X stortingen mogen doen.

Samenvatting

Bij een samenloop van verschillende beslagen en/of overdrachten is het niet makkelijk om te weten welk nu eerst uitgevoerd dient te worden. Onderstaand schema geeft een duidelijk overzicht van wat er moet gebeuren:

1) Onderhoudsgeld heeft altijd voorrang
2) Loondelegatie heeft voorrang op oudere en jongere loonbeslagen en loonoverdrachten
3) Een bevoorrecht beslag (vb. fiscus, RSZ,…) heeft voorrang op een ouder of jonger gewoon beslag en op een jongere loonoverdracht
4) Samenloop van beslagen => pondsgewijze verdeling
5) Samenloop van overdrachten => eerste overdracht eerst (eensluidend verklaard afschrift)
6) Samen loop tussen overdracht en beslag
- beslag na loonoverdracht => loonoverdracht blijven uitvoeren (ook als bevoorrecht beslag)
- loonoverdracht na beslag => pondsgewijze verdeling (tenzij bevoorrecht beslag)