Nieuw jaar, nieuwe wetgeving: Wat verandert er in 2025?

Aangemaakt op: 23/12/2024

Het einde van het jaar nadert, de jaarwisseling staat voor de deur. Het nieuwe jaar brengt niet alleen feestelijkheden met zich mee, maar gaat ook gepaard met een aantal wijzigingen op vlak van sociale wetgeving. Hieronder hebben we de belangrijkste veranderingen in 2025 voor u samengevat:

1. Wijzigingen pensioenwetgeving

  • Verhoging wettelijke pensioenleeftijd

Enkele jaren terug besliste de wetgever om de wettelijke pensioenleeftijd gradueel op te trekken naar 67 jaar. Een eerste verhoging bestaat erin dat vanaf 2025 de wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 66 jaar. Aangezien het pensioen ingaat op de eerste dag van de maand volgend op de verjaardag, zal de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd pas gevolgen hebben voor pensioenen die ten vroegste ingaan vanaf 1 februari 2025.

De huidige pensioenleeftijd van 65 jaar blijft behouden voor pensioenen die uiterlijk 1/1/2025 ingaan (i.e. voor personen die 65 jaar worden in december 2024).

Let wel, bovenstaande heeft betrekking op het wettelijk pensioen. Wat betreft het vervroegd pensioen blijven de voorwaarden ongewijzigd.

Meer informatie vindt u op de website van de Federale Pensioendienst.

Rechtsbron: Wet van 10 augustus 2015 tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen, de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen , B.S. 21 augustus 2015.

  • Wijziging grensbedragen bijverdienen tijdens pensioen

De grensbedragen voor gepensioneerden die bijverdienen bovenop hun pensioen zijn aangepast voor 2025 (voor concrete bedragen verwijzen we graag naar de website van de FPD waar de aangepaste bedragen weldra zullen worden gepubliceerd).

Rechtsbron: Wet van 7 mei 2024 tot wijziging van de programmawet van 28 juni 2013, B.S. 13 december 2024; Koninklijk besluit van 26 april 2024 tot wijziging van artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, B.S. 13 december 2024; Koninklijk besluit van 2 december 2024 tot wijziging van artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de beroepsbezigheid van een pensioneerde in het kader van een flexi-job, B.S. 13 december 2024.

  • Specifiek grensbedrag cumulatie vervroegd pensioen en flexi-jobs

Naast de bestaande grensbedragen voor de cumulatie van een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten wordt een nieuw, bijkomend grensbedrag ingevoerd voor de cumulatie van een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer. Tevens wordt voorzien in een specifieke sanctie indien dit nieuwe grensbedrag overschreden wordt door de vervroegd gepensioneerde. De regeling geldt vanaf 1 januari 2025. Meer info vindt u hier.

Rechtsbron: idem.  

2. Invoering tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor statutairen (TAVA)

Het definitief pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid bij statutaire personeelsleden wordt vanaf 2028 afgeschaft en vervangen door de zogenaamde tijdelijke arbeidsongeschiktheid voor ambtenaren. Volgende overgangsregeling is van toepassing:

  • De huidige regeling blijft overeind voor beslissingen t.e.m. 31 december 2024
  • Vanaf 1 januari 2025 afschaffing definitief pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid
  • Vanaf 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2027 enkel tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid mogelijk voor max. 3 jaar
  • Vanaf 1 januari 2028 geen pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid meer mogelijk en inwerkingtreding regeling tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering

Meer informatie hierover kan u hier terugvinden, alsook op de website van de federale pensioendienst via volgende link: https://www.sfpd.fgov.be/nl/recht-op-pensioen/lichamelijke-ongeschiktheid.

Rechtsbron: Wet van 18 mei 2024 tot invoering van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren, B.S. 13 juni 2024.

3. De elektronische controlekaart eC3.2

Vanaf 1 januari 2025 zal bij tijdelijke werkloosheid de controlekaart C3.2A verplicht elektronisch moeten worden ingevuld, waardoor het gebruik van de papieren controlekaart volledig zal verdwijnen (behalve voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven). Er wordt voorzien in een overgangsperiode tot en met 30 juni 2025. Meer informatie vindt u op de website van de RVA.

4. Snellere uitbetalingen geboorteverlof door het ziekenfonds

Vanaf 1 januari 2023 gaat het ziekenfonds over tot maandelijkse betaling van de uitkeringen die personeelsleden genieten wanneer zij geboorteverlof opnemen, dit ter vervanging van de huidige werkwijze waar de uitkering in één keer wordt uitbetaald na volledige opname. Meer informatie vindt u hier.

Rechtsbron: Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, B.S. 13 september 2024.

5. Aanpassing kilometervergoeding periode 1 januari 2025 t.e.m. 31 maart 2025 (federale overheid, Vlaamse overheid, BVR RPR 2023)

Voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 maart 2025 bedraagt de kilometervergoeding voor de federale ambtenaren 0,4290 euro per kilometer. Voor de besturen die hun lokale rechtspositieregeling m.b.t. het vaststellen van de kilometervergoeding van dienstreizen reeds hebben aangepast aan de regeling van het BVR RPR 2023 geldt dit bedrag eveneens. Meer informatie vindt u hier.

Rechtsbron: Omzendbrief nr. 747. - Aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding - Periode van 1 januari 2025 t.e.m. 31 maart 2025, B.S. 12 december 2024.

6. Wijziging jaarlijkse vakantie voor medewerkers van VIA-6 diensten

Ingevolge het VIA 6-akkoord hebben medewerkers uit de VIA-sectoren vanaf 1 januari 2025 recht op drie weken aaneengeschakelde vakantie.  Meer informatie vindt u hier.

Rechtsbron: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, wat betreft de regeling van het recht op drie opeenvolgende weken vakantie voor VIA-personeelsleden.

7. Einde overgangsmaatregel personen ten laste ouder dan 65 jaar

Vanaf 1 januari 2025 zullen werknemers die een persoon van 66 jaar * of ouder fiscaal ten laste nemen die niet ‘zorgbehoevend’ is, niet langer recht hebben op een verhoogde vermindering van bedrijfsvoorheffing.

* De minimumleeftijd voor personen die zorgbehoevend zijn zal vanaf 2025 (aanslagjaar 2026) verhogen naar 66 jaar. Met andere woorden, personen ten laste moeten de leeftijd van 66 jaar hebben bereikt op 1 januari van aanslagjaar 2026 om in aanmerking te komen voor de verhoogde belastingvermindering voor “personen ten laste” in 2025 (aanslagjaar 2026).

Deze bijkomende voorwaarde van zorgbehoevendheid voor de verhoogde toeslag op de belastingvrije som is reeds van toepassing sinds 1 januari 2022 (aanslagjaar 2022). Er is echter tot en met 31 december 2024 voorzien in een overgangsmaatregel die erin bestaat dat die extra voorwaarde van zorgbehoevendheid niet geldt voor belastingplichtigen die voor het aanslagjaar 2021 reeds een ((over)groot)ouder, broer of zus ten laste hadden die op 1 januari 2021 de leeftijd van 65 jaar had bereikt.

Vanaf 2025 dienen ook deze belastingplichtigen te voldoen aan de extra voorwaarde van zorgbehoevendheid om de verhoogde toeslag op de belastingvrije som te behouden.

Meer informatie vindt u op de website van de FOD Financiën.

Rechtsbron: Bijlage bij het koninklijk besluit van 9 december 2021, B.S. 23 december 2021.

8. Bedrijfswagen 2025

  • Voordeel alle aard bedrijfswagen 2025

Op 12 december 2024 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Koninklijk Besluit dat de referentie CO2-uitstoten voor 2025 vaststelt. Deze worden gebruikt bij de berekening van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gestelde bedrijfswagen. Meer informatie vindt u hier.

Rechtsbron: Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de voordelen van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, B.S. 12 december 2024.

  • Solidariteitsbijdrage bedrijfswagen

Deze solidariteitsbijdrage betreft de bijdrage die de werkgever aan de RSZ moet betalen wanneer hij aan een werknemer rechtstreeks of onrechtstreeks een bedrijfswagen ter beschikking stelt die ook voor niet-beroepsdoeleinden mag worden gebruikt.

Vanaf 1 januari 2025 wordt het niet-geïndexeerde minimumbedrag voor bedrijfswagens die vanaf 1 juli 2023 worden aangekocht, gehuurd of geleased geleidelijk aan verhoogd, als volgt:

  • 23,41 EUR vanaf 1 januari 2025
  • 25.99 EUR vanaf 1 januari 2026
  • 28,57 EUR vanaf 1 januari 2027
  • 31,15 EUR vanaf 1 januari 2028

Voor bedrijfsvoertuigen die vóór 1 juli 2023 werden aangekocht, gehuurd of geleased blijft het minimumbedrag 20,83 EUR (niet-geïndexeerd).

Meer informatie hierover vindt u op de website van de RVA.

Rechtsbron: Titel 3 van de Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, B.S. 3 december 2021.

9. Loonbeslag en loonoverdracht

  • De voor beslag of overdracht vatbare bedragen in 2025

Teneinde de werknemer en zijn gezin een minimuminkomen te garanderen, werden er wettelijke grenzen vastgelegd die moeten worden in acht genomen bij beslag of overdracht. Ieder jaar worden deze basisbedragen aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november. De publicatie in het Belgisch Staatsblad op 13 december 2024 maakt dat deze van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025.

De nieuwe bedragen zullen binnenkort terug te vinden zijn op HRM Lokaal.

Rechtsbron: Koninklijk besluit van 5 december 2024 tot uitvoering van artikel 1409, §2 van het Gerechtelijk Wetboek, B.S. 13 december 2024.

  • Nieuwe geïndexeerde bedragen 'kind ten laste' in het kader van beslag en overdracht

Op 13 december 2024 werd een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad met betrekking tot de indexering van de bedragen zoals vermeld in het koninklijk besluit van 27 december 2004 ter uitvoering van artikel 1409, § 1, vierde lid, en 1409, § 1bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek inzake de beperking van de inbeslagneming wanneer er kinderen ten laste zijn.

Als kinderen ten laste kunnen niet worden beschouwd: de kinderen die binnen de 12 maanden voor de aangifte beschikten over netto bestaansmiddelen die hoger zijn dan:

  • € 3.933 als de ouder-titularis van inbeslagname samenwonend is;
  • € 5.680 als de ouder-titularis van inbeslagname alleenstaand is;
  • € 7.202 als het kind het statuut van gehandicapte heeft in de zin van artikel 135 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

De nieuwe bedragen worden van kracht vanaf 1 januari 2025.

Rechtsbron: Bericht over de indexering van de bedragen vermeld in artikel 1, vierde lid, van het koninklijk besluit van 27 december 2004 ter uitvoering van artikel 1409, § 1, vierde lid, en 1409, § 1bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek inzake de beperking van de inbeslagneming wanneer er kinderen ten laste zijn, B.S. 13 december 2024. 

10. Het jaarloon dat bepaalt of een scholingsbeding rechtsgeldig is, wordt opgetrokken

Op 5 december 2024 werden de geïndexeerde loonbedragen uit de Arbeidsovereenkomstenwet (= geïndexeerde bedragen 2025) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 22bis §4 van de Arbeidsovereenkomstenwet (= scholingsbeding) voorziet in een jaarloongrens van 16.100 euro. Wanneer er geen overschrijding is van dit jaarloon, wordt het scholingsbeding geacht onbestaande te zijn (deze jaarloongrens is niet van toepassing bij een knelpuntberoep).  Op 1 januari 2025 wordt het wettelijk voorziene bedrag van 16.100 euro op 43.106 euro gebracht.

Rechtsbron: Aanpassing op 1 januari 2024 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden, B.S. 2 december 2024.

11. Grensbedragen vrijwilligers 2025

De volgende maximumbedragen zijn van toepassing voor de forfaitaire onkostenvergoeding van vrijwilligers in 2025 (1 januari 2025 tot en met 31 december 2025):

  • het dagbedrag: € 42,31  
  • het jaarbedrag: € 1.692,51 
  • het verhoogd jaarbedrag voor welbepaalde categorieën van vrijwilligers: € 3.108,44 

Meer informatie vindt u hier.

Heeft u vragen over deze wetswijzigingen of hun impact op uw organisatie? Neem dan gerust contact op met ons Juridisch Kenniscentrum!

Tot slot wensen wij u en uw team een gelukkig, gezond en succesvol 2025!

Afbeelding met boom, kerstboom, sneeuw, iglo

Automatisch gegenereerde beschrijving