Definitieve goedkeuring modaliteiten ontslag statutairen

In een eerder nieuwsbericht (dd. 12 juli 2023) brachten wij u op de hoogte van de aankomende modaliteiten bij het ontslagdecreet. Op vrijdag 12 januari 2024 keurde de Vlaamse regering het ontwerp van besluit definitief goed.

Het ontwerpbesluit werd op enkele punten aangepast ten opzichte van de vorige ontwerpen. Dit naar aanleiding van het advies van de Raad van State.

Hieronder vindt u een opsomming van deze aanpassingen:

• In de vorige ontwerpen werd bepaald dat de bepalingen die handelen over de modaliteiten bij de beëindiging van het statutair dienstverband bij lokale en provinciale besturen met terugwerkende kracht in werking zou treden, nl. 1 oktober 2023 (de datum waarop het ontslagdecreet in werking is getreden). In het definitief goedgekeurde besluit wordt deze bepaling niet langer opgenomen. De bepalingen zullen bijgevolg in werking treden 10 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad;
   
• Een statutair personeelslid kan herplaatst worden in een passende functie van dezelfde graad als herkansing na een ongunstige opvolging, feedback of evaluatie, of als alternatief voor het ontslag wegens beroepsongeschiktheid. Hieraan wordt toegevoegd dat dit enkel kan op voorwaarde dat het statutair personeelslid daarmee instemt;
   
• Ook bij de herplaatsing van een statutair personeelslid naar aanleiding van het feit dat de betrekking van een statutair personeelslid afgeschaft wordt wegens noodwendigheden voor de werking van het bestuur, wordt toegevoegd dat het statutair personeelslid hiermee akkoord dient te gaan;
   
• Er wordt verduidelijkt dat een statutair personeelslid bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd door het bestuur niet kan worden ontslaan, tenzij de beëindiging is gebaseerd op redenen die verband houden met het gedrag of de geschiktheid van het personeelslid of berusten op noodwendigheden voor de werking van het bestuur;
   
• Een verduidelijking wordt toegebracht in de gebeurtenissen die aanleiding geven tot de schorsing van de opzeggingstermijn wanneer het bestuur overgaat tot ontslag. Voordien werd bepaald dat de opzeggingstermijn geschorst werd wanneer het statutair personeelslid de functie niet kon uitoefenen wegens overmacht. Nu wordt duidelijk bepaald wat hiermee bedoeld wordt, nl. dat de opzeggingstermijn geschorst wordt gedurende de tijd dat het personeelslid afwezig is wegens maatregelen van voorlopige vrijheidsberoving;
   
• Wat betreft het kennelijk onredelijk ontslag wordt het ontwerp verder afgestemd op het voorontwerp van wet ‘tot motivering van ontslag en kennelijk onredelijk ontslag van contractuele werknemers in de overheidssector’. Wanneer het bestuur beoogt om het statutair personeelslid te ontslaan, dient het bestuur het betrokken personeelslid uit te nodigen om deze voorafgaandelijk te horen in de verdediging met betrekking tot alle feiten die het personeelslid ten laste worden gelegd. Er wordt ook bepaald dat wanneer het bestuur betrokkene niet voorafgaandelijk aan het ontslag hoort, een vergoeding van twee weken salaris verschuldigd is;
   
• Er wordt verwezen naar de bijzondere ontslagbeschermingen die voorzien worden door Europese richtlijnen, nl. deze betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en deze betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. 

Wij brengen u op de hoogte wanneer het besluit gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.