Wijzigingen algemene rechten, plichten en deontologie operationeel personeel HVZ
Er komen enkele wijzigingen aan in verband met de algemene rechten, plichten en deontologie van het operationeel personeel van de hulpverleningszones.
Naar aanleiding van de publicatie van het KB op 27 oktober, dat titel 1 van boek 2 van het KB administratief statuut (KB van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel) wijzigt, bespreken wij in dit nieuwsbericht beknopt de wijzigingen.
Zo wordt er o.a. bepaald dat elk personeelslid in de reglementaire klederdracht, zelfs buiten de diensturen, onderworpen is aan de hiërarchie.
Veder wordt er bepaald dat elk personeelslid zich onthoudt van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, zoals bepaald in artikel 32ter van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van zijn werk.
Er werd ook toegevoegd dat het personeelslid bij de uitoefening van zijn functie geen enkele vorm van discriminatie mag toepassen ten aanzien van collega’s of derden. Hierbij wordt verwezen naar de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. Een personeelslid dient zich ook te onthouden van elke uiting van elitarisme of van het in diskrediet brengen van een dienst, een kader, een graad, een functie of een persoon.
Er wordt gespecifieerd hoe het personeelslid de functie dient uit te oefenen. Zo dient het o.a. te handelen op een manier waarop het vermoeden van onpartijdigheid niet wordt aangetast. Ook bij het deelnemen of bij betrokkenheid bij politieke of levensbeschouwelijke activiteiten dient het personeelslid ervoor te zorgen dat de onpartijdige, neutrale en loyale uitoefening van de functie niet wordt geschaad.
Ook wordt de bepaling inzake het niet-aannemen van schenkingen, giften of voordelen uitgebreid. Hieraan wordt toegevoegd dat het personeelslid dit ook niet mag aannemen buiten de uitoefening van zijn functie, noch naar aanleiding ervan. Er wordt ook bepaald dat het personeelslid geen misbruik mag maken van zijn bevoegdheden, noch van de middelen en faciliteiten die aan zijn functie zijn verbonden. Het personeelslid mag ook geen enkele vorm van leurpraktijk ondernemen of geen enkel verzoek formuleren waarbij het zich beroept op het feit personeelslid te zijn van een hulpverleningszone.
Het KB voorziet ook in richtlijnen inzake de deelname aan informatiecampagnes, conferenties, radio- en televisie-uitzendingen. Zo mag het personeelslid de persoonlijke mening geven, als het dat uitdrukkelijk vermeldt. Het zorgt ervoor zo volledig en zo correct mogelijke informatie te verspreiden. Personeelsleden mogen buiten de diensturen actief zijn op sociale media zolang het hierbij de regels hieromtrent respecteert (o.a. respecteren beroepsgeheim, bescherming van de persoonlijke levenssfeer).
Wat betreft de zorg voor de eigen veiligheid en gezondheid, worden er uitgebreide richtlijnen voorzien (o.a. op de juiste wijze gebruik maken van de collectieve en individuele beschermingsmiddelen en -uitrustingen die ter beschikking worden gesteld, de aangebrachte veiligheidsvoorzieningen in tact houden, …).
Verder wordt er bepaald wat een personeelslid dient te doen wanneer het zich in een belangenconflict bevindt. Het personeelslid dient de commandant hiervan onmiddellijk op de hoogte te brengen.
Er wordt ook voorzien in een klokkenluidersregeling wanneer het personeelslid kennis heeft van een onwettigheid, een onregelmatigheid of discriminatie.
Het KB voorziet er ook in dat uitdrukkelijk wordt bepaald dat een personeelslid zich kan aansluiten bij een syndicale organisatie van keuze en dat het personeelslid over een aantal syndicale rechten beschikt. De zone dient de uitoefening van deze rechten te waarborgen.
Verder voorziet het KB dat het personeelslid juridische bijstand van een advocaat geniet binnen de voorwaarden bepaald in artikel 165 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Dit is ten laste van de zone.
Ten slotte werd er een bepaling ingevoerd die betrekking heeft op hiërarchische meerderen. Zo dient de hiërarchische meerdere o.a. te waken over de naleving van de rechten en plichten van de personeelsleden en dient er op objectieve wijze het mogelijke verschil in behandeling van personeelsleden te motiveren.
Deze wijzigingen treden in werking op 6 november 2023.
Bron: Koninklijk besluit van 15 september 2023 tot wijziging van titel 1 van boek 2 met betrekking tot de algemene rechten en plichten van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones