Studenten en feestdagen, hoe zit dat nu weer? (instelling)

Toepassingsgebied

Een student die in een instelling (die een industriële of commerciële activiteit uitoefent of die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verleent) werkt, valt onder het toepassingsgebied van de Arbeidswet. Op deze student is eveneens de Feestdagenwet van 4 januari 1974 en het Feestdagen-KB van 18 april 1974 van toepassing.

De student werkt niet op de feestdag

Een voltijds personeelslid heeft recht op loon voor elke feestdag waarop hij of zij niet heeft gewerkt.

Het loon voor een feestdag, wordt vastgesteld op grond van het aantal uren dat normaal op die dag gepresteerd zou zijn indien het een werkdag was geweest (overeenkomstig het overeengekomen of bekendgemaakte rooster), eventueel verhoogd met het aantal overuren dat die dag gepresteerd zou zijn op voorwaarde dat deze overuren een gewoonlijk en regelmatig karakter hebben. De toeslagen voor onregelmatige prestaties zijn eveneens een element van het basisloon. Het loon voor feestdagen omvat naast het basisloon ook de geldpremies en de voordelen in natura die eventueel aan de werknemers worden toegekend.

Voor deeltijdse personeelsleden wordt een onderscheid gemaakt naargelang het gaat om een vast, dan wel variabel rooster:

• Een deeltijds personeelslid met een vast rooster kan alleen aanspraak maken op het loon voor feestdagen die samenvallen met de dagen waarop ze normaal zouden hebben gewerkt. Het loon wordt berekend in functie van het aantal uren dat zij normaal hadden moeten werken die dag. Wanneer een feestdag samenvalt met een dag waarop volgens het individuele rooster niet gewerkt moet worden, is betrokkene deze feestdag kwijt.
• Voor een deeltijds personeelslid met een variabel rooster hangt het er van af of de feestdag samenvalt met een dag waarop het personeelslid wel of niet normaal had moeten werken:
  • Indien de feestdag samenvalt met een dag waarop het personeelslid normaal moest werken, heeft het personeelslid recht op een loon dat overeenstemt met het aantal uren dat het op die dag ingeroosterd stond.
  • Indien de feestdag samenvalt met een dag waarop het personeelslid normaal niet moest werken, heeft het personeelslid geen recht op een vervangingsdag maar wel recht op een vervangingsloon dat als volgt berekend wordt: het loon dat het personeelslid ontvangen heeft gedurende de vier kalenderweken voorafgaand aan de feestdag, gedeeld door het aantal dagen gedurende dewelke men in de onderneming gewerkt heeft (let op: men telt hier dus niet het aantal werkdagen van het individuele personeelslid, maar wel het aantal werkdagen binnen de onderneming).

De student werkt wel op de feestdag

Ingevolge de Feestdagenwet is werken op een wettelijke feestdag in principe verboden, tenzij in de gevallen dat zondagsarbeid is toegestaan. Zo is er bv. een wettelijke uitzondering op het principiële verbod op zondagsarbeid voorzien voor instellingen die geneeskundige, hygiënische of profylactische verzorging verlenen.

Indien effectief gewerkt wordt op een wettelijke feestdag, voorziet de Feestdagenwet compenserende inhaalrust binnen de 6 weken die op de feestdag volgen. Indien dit niet mogelijk is omdat uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst is of ingevolge de tijdelijke gevolgen van een geval van overmacht, wordt de inhaalrust toegekend binnen de 6 weken na het einde van de schorsing of overmacht. De inhaalrust is bezoldigd en moet opgenomen worden op een dag dat betrokkene normaal moest werken.

De duur van de inhaalrust verschilt naargelang het een voltijds dan wel deeltijds personeelslid betreft:

• Voor voltijdse personeelsleden bedraagt de inhaalrust:
  • Indien meer dan 4u gewerkt wordt: een volledige dag;
  • Indien maximaal 4u gewerkt wordt: een halve dag die toegekend moet worden voor of na 13u en waarbij niet meer dan 5u mag worden gewerkt die dag.
  • Indien glijdende uurrooster: inhaalrust wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde dagelijkse arbeidsduur in het arbeidsreglement.
• Bij een deeltijds personeelslid (zowel met een vast als met een variabel rooster) stemt de inhaalrust overeen met de werkelijk gepresteerde uren op de feestdag.

Naast de compenserende inhaalrust ontvangt het personeelslid dat effectief prestaties levert op een wettelijke feestdag ook nog:

• het gewoon loon overeenkomstig het aantal op de feestdag gepresteerde uren;
• eventueel overloon aan 100% indien er overuren zouden worden gepresteerd op de feestdag;
• Een extra toeslag van 100% of 1 uur extra inhaalrust op basis van het BVR RPR. Binnen de zorginstellingen kan in plaats van de toeslag onregelmatige prestaties ook gekozen worden voor de weddebijslag 11%.