Opheffing cumulatieverbod ziekte/moederschapsuitkering en vakantiegeld
Het cumulatieverbod van uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid/moederschapsrust gedurende de periode gedekt door vakantiegeld werd afgeschaft.
Indien het voor een personeelslid onmogelijk is om zijn/haar (resterende) wettelijke vakantiedagen op te nemen tegen het einde van het jaar moeten deze vakantiedagen bij toepassing van het privaat vakantiestelsel worden uitbetaald in december. Dit is bijvoorbeeld het geval bij afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid en wegens moederschapsrust. Tot vorig jaar gaf de werkgever op vraag van het ziekenfonds deze niet-opgenomen vakantiedagen aan via een scenario 5, gelet op het feit dat er een cumulatieverbod bestond tussen het ontvangen van vakantiegeld en ZIV-uitkeringen. Op die manier bepaalde het ziekenfonds of het personeelslid recht had op uitkeringen. Een personeelslid kon dus niet én een uitkering én vakantiegeld ontvangen voor dezelfde periode. Het ziekenfonds verminderde de uitkering evenredig met het aantal uitbetaalde vakantiedagen.
Onlangs werd de regelgeving voor het privaat vakantiestelsel aangepast omtrent de wettelijke verlofdagen die niet kunnen worden opgenomen voor het einde van het vakantiejaar. Om in overeenstemming te zijn met Europese regelgeving en rechtspraak, worden de wettelijke vakantiedagen, die omwille van bepaalde afwezigheden, waaronder de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid en moederschapsrust, niet konden worden opgenomen, verplicht overgedragen. Het niet-opgenomen en overgedragen wettelijk verlof moet in deze gevallen worden toegekend binnen de 24 maanden die op het einde van het vakantiejaar volgen. Het vakantiegeld voor deze overgedragen dagen moet wel nog steeds worden uitbetaald op het einde van het vakantiejaar. Deze nieuwe regeling geldt vanaf vakantiejaar 2024.
Er is dan ook geen grond meer om de uitbetaling van de ZIV-uitkeringen te weigeren in december van het vakantiejaar, gezien de uitbetaling van het vakantiegeld wordt beschouwd als een voorafbetaling voor vakantiedagen die later nog worden opgenomen. Gelet hierop, was het noodzakelijk om de wetgeving inzake ZIV-uitkeringen te wijzigen.
Bij wet van 14 april 2024 werd het cumulatieverbod thans dan ook opgeheven.
Als gevolg van deze recente wijziging moet de werkgever vanaf het vakantiejaar 2024 geen aangifte vakantiedagen (Scenario 5) meer vervolledigen voor personeelsleden met een uitkering i.k.v. arbeidsongeschiktheid of moederschapsrust.
Bron: Wet van 14 april 2024 houdende diverse dringende bepalingen inzake de uitkerings- en moederschapsverzekering. B.S. 19 april 2024