Flexi-jobs binnen onderwijs, kinderopvang, sport en cultuur

Aangemaakt op: 26/04/2024

Het langverwachte Koninklijk Besluit omtrent flexi-jobs binnen de sectoren onderwijs, kinderopvang, sport en cultuur heeft van zich laten horen. Met de publicatie op 25 april 2024 zijn de voorwaarden en modaliteiten voor flexi-jobs binnen deze sectoren nu officieel vastgesteld, met een retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 april 2024.

Echter, het blijft helaas afwachten of lokale besturen effectief flexi-jobbers kunnen inzetten binnen de sectoren kinderopvang, cultuur en sport. Dit zal immers afhangen van de interpretatie van de term ‘hoofdactiviteit’. Voor onderwijs vormt zich geen probleem.

Hieronder geven we een overzicht van de situatie.

Historiek

De programmawet van 22 december 2023 voorzag de mogelijkheid voor elke deelstaat om de vraag tot toelating te stellen betreffende het invoeren van flexi-jobs binnen de volgende sectoren:

1. De werkgevers met als “hoofdactiviteit” kinderopvang NACE-code 88.91;

2. Het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs;

3. Sport- en cultuursector, voor zover werkgevers niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren en hun “hoofdactiviteit” beantwoordt aan omschrijving van één van de NACE-codes onder categorie 93.1 of 90.

Vlaanderen was hier uiteraard vragende partij. Er diende bijkomend nog een koninklijk besluit de voorwaarden en modaliteiten (o.a. voor welke functies) vast te leggen. Dit koninklijk besluit werd op donderdag 25 april 2024 gepubliceerd en voorziet een retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 april 2024.

Discussie voor lokale besturen over sectoren kinderopvang, sport en cultuur

De RSZ interpreteert de term “hoofdactiviteit” strikt. Kinderopvang, sport of cultuur kunnen volgens de RSZ nooit de hoofdactiviteit zijn van lokale besturen en bijgevolg zouden lokale besturen binnen deze sectoren geen gebruik kunnen maken van het flexi-jobsysteem. Men zou deze activiteiten volgens de RSZ wel kunnen onderbrengen in afzonderlijke juridische entiteiten met een welbepaalde hoofdactiviteit om dit probleem op te lossen. Echter, de RSZ erkent het probleem voor lokale besturen en is bereid om de interpretatie aan te passen, op voorwaarde dat zij hiervoor groen licht krijgen van het Kabinet.

VVSG pleit voor een soepelere interpretatie in het voordeel van lokale besturen en is hierover in overleg met de Kabinetten om duidelijkheid te bekomen.

Opmerking: Voor onderwijs stelt zich geen discussie. Het is voor lokale besturen in ieder geval mogelijk om flexi-jobbers in te zetten binnen het onderwijs vanaf 1 april 2024.

Wat indien lokale besturen toch al flexi-jobbers inschakelen in sectoren kinderopvang, sport of cultuur?

Het valt sterk af te raden om reeds flexi-jobbers in te schakelen binnen deze sectoren. Indien er tegen het einde van het tweede kwartaal van 2024 geen officiële vrijere interpretatie naar voren wordt geschoven, zullen er regularisaties dienen te gebeuren. De flexi-jobtewerkstellingen zullen worden geregulariseerd naar gewone tewerkstellingen met alle gevolgen van dien (grote impact op de personeelsleden). We raden dus aan om nog even af te wachten op een officiële interpretatie van de term “hoofdactiviteit”.

Onderwijs

Lokale besturen kunnen flexi-jobbers inschakelen binnen het onderwijs vanaf 1 april 2024.

Het Koninklijk besluit van 18 april 2024 verklaart het systeem van flexi-jobs binnen het onderwijs van toepassing op:

1° het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap, voor wat betreft het personeel bedoeld in de bepaling onder 2° en 3°;

2° Het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap waarvan de hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.101, 85.102, 85.103, 85.105, 85.201, 85.202, 85.203, 85.205, 85.311, 85.312, 85.313, 85.321, 85.322, 85.323, 85.325, 85.410, 85.421, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep;

3° Het door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het functies betreft waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de voornoemde wet van 5 december 1968 ressorteert, wordt ingezet en waarvan de hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.104, 85.106, 85.204, 85.206, 85.314, 85.324, 85.326, 85.410, 85.422, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet, -koepel of scholengroep.

Kinderopvang

Het Koninklijk besluit van 18 april 2024 verklaart het systeem van flexi-jobs binnen de kinderopvang van toepassing op:

Werknemers en werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91), of voor wat de werkgevers betreft die niet onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités ressorteren, als hoofdactiviteit kinderopvang hebben (NACE 88.91) en gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.

Vanaf 1 juli 2024 geldt een bijkomende beperking in het arbeidsvolume: Bij eenzelfde werkgever zal maximaal 20% van het totaal arbeidsvolume op jaarbasis mogen worden gepresteerd door flexi-jobbers.

Maar let op: Het is nog onzeker of lokale besturen flexi-jobbers zullen kunnen inschakelen binnen de sector kinderopvang. Het valt af te wachten of er een officiële vrijere interpretatie naar voren wordt geschoven van de term “hoofdactiviteit”.

Sport- en cultuur

Het Koninklijk besluit van 18 april 2024 verklaart het systeem van flexi-jobs binnen de sport- en cultuursector van toepassing op:

De werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder voornoemde wet van 5 december 1968 ressorteren en hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90, en gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.

Dit gaat enerzijds bijvoorbeeld over sporthallen, -centra, -velden en anderzijds bijvoorbeeld over cultuurcentra. Musea en bibliotheken vallen hier niet onder.

Het is in dit kader ook belangrijk op te merken dat artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies nooit kunnen worden ingevuld door een flexi-jobber.

Maar let op: Het is nog onzeker of lokale besturen flexi-jobbers zullen kunnen inschakelen binnen de sectoren sport en cultuur. Het valt af te wachten of er een officiële vrijere interpretatie naar voren wordt geschoven van de term “hoofdactiviteit”.

Bron: Koninklijk besluit van 18 april 2024 tot uitvoering van artikel 2, §§ 1 en 2, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, met betrekking tot het toepassingsgebied van de flexi-jobs, B.S. 25 april 2024.