1. Definitie

Sinds 1 juli 2009 worden de modaliteiten van de individuele beroepsopleiding (IBO) geregeld in het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009.

Een IBO is een individuele beroepsopleiding georganiseerd op de werkvloer. Het is een opleiding waarbij de cursist op de werkvloer wordt begeleid en opgeleid in een beroep waarin de betrokkene na de opleiding zal worden tewerkgesteld in de onderneming.

Deze beroepsopleiding kan onder meer bestaan uit:

  • het aanleren van een vak, een beroep of een functie;

  • bijscholing in het vak, het beroep of de functie;

  • het verwerven van de noodzakelijke basisvaardigheden voor de uitoefening van een beroepsactiviteit;

  • beroepsomscholing, vervolmaking en uitbreiding van de vakkennis of de aanpassing ervan aan de ontwikkelingen binnen het vak, het beroep of de functie

Rechtsbron: Artikel 61 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding

2. Toepassingsgebied

De wetgever creëerde met de IBO voor een werkgever de mogelijkheid om een werkzoekende op te leiden alvorens deze in dienst te nemen.

Ook lokale besturen, waarvan de exploitatiezetel is gevestigd in het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, kunnen gebruik maken van het IBO-stelsel.

Opgelet: IBO is niet mogelijk voor:

·        kandidaten die in een dienstenchequebedrijf werken en betaald worden met dienstencheques

·        doelgroepmedewerkers die in een maatwerkbedrijf of in de lokale diensteneconomie werken

Om in aanmerking te komen voor een IBO, moet de kandidaat aan volgende voorwaarden voldoen:

1.      hij is ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB

o   Het begrip ‘werkzoekende’ wordt ruim opgevat. Elke persoon die ingeschreven is bij de V.D.A.B., met inbegrip van de personen die op zoek zijn naar een zelfstandige beroepsactiviteit, valt onder deze definitie.

2.      hij mag zijn vorige functie niet zelf hebben opgezegd om de IBO te starten;

3.      hij mag niet eerder gewerkt hebben in dezelfde onderneming.

o   Uitzonderingen:

§  betrokkene mag wel een korte periode bij het bestuur gewerkt hebben als uitzendkracht (20 werkdagen in een 5-dagenstelsel en 24 werkdagen in een 6-dagenstelsel) 

§  betrokkene mag wel als jobstudent bij het bestuur gewerkt hebben. Het is wel vereist dat betrokkene nog tijdens de IBO competenties aanleert en bijschaaft.

Rechtsbron: Artikel 1, 7° van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding; Artikel 91 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

3. IBO-overeenkomst

Een geschikte kandidaat vinden voor een IBO

Ofwel kan de werkgever zelf een kandidaat zoeken (dit doe je via de website van de VDAB via 'Mijn kandidaten' ofwel kan de werkgever hulp vragen aan de VDAB om een kandidaat voor de hem te zoeken. In dat laatste geval dient de werkgever een vacature online te plaatsen op de website van de VDAB waarbij hij moet aanvinken dat het openstaat voor IBO. In de vacature wordt ondermeer de vereiste competenties, takenpakket, enz. omschreven. Vervolgens zal een bemiddelaar contact opnemen met de werkgever om de vacature te bespreken én zal hij de geschikte kandidaten overmaken aan de werkgever.

Aanvraag van een IBO

Indien een werkgever een geschikte kandidaat heeft gevonden, dan moet de werkgever inloggen op de website van de VDAB en via de tool een aanvraag doen voor de IBO. Naar aanleiding van deze online aanvraag neemt een bemiddelaar contact op met de werkgever om de aanvraag te bespreken en concrete afspraken te maken.

Overeenkomst

Vóór de eigenlijke opleiding van start kan gaan, wordt een overeenkomst afgesloten tussen de VDAB, de cursist en het bestuur. Het model van deze overeenkomst wordt bepaald door de raad van bestuur van de VDAB.  

Rechtsbron: Artikel 97 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

Duur van de IBO-overeenkomst

De VDAB bepaalt de opleidingsduur. Deze bedraagt minimum 4 weken en ten hoogste 26 weken en zal worden vastgelegd in de overeenkomst.

Rechtsbron: Artikel 92 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

Deeltijdse IBO

Een deeltijds IBO is mogelijk. De uurregeling in de IBO-overeenkomst moet dan wel minstens de helft zijn van een voltijds uurrooster.

Wanneer de betrokkene al deeltijds tewerkgesteld is moet de deeltijdse job combineerbaar zijn met de IBO qua uurregeling.

Dimona

De werkgever dient een Dimona-aangifte te doen voor de aanvang van de IBO.

Rechtsbron: Artikel 92 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

4. Verplichtingen van de werkgever

4.1. Begeleiding

De werkgever dient een opleidingsplan op te stellen dat als basis dient om de cursist te begeleiden en op te leiden. In dit plan wordt aangegeven welke competenties tijdens de IBO zullen ontwikkeld worden en hoe de verdere begeleiding door de werkgever en de VDAB zal gebeuren. De werkgever moet de nodige tijd vrijmaken om de vorderingen van de cursist te bespreken. 

Bovendien is de cursist ook onderworpen aan evaluaties, zowel door de bemiddelaar als door de werkgever én dit op regelmatige basis.

4.2. Arbeidsreglement

Voor de aanvang van de IBO dient de werkgever de cursist het arbeidsreglement te bezorgen. De cursist is namelijk gehouden om het arbeidsreglement van de werkgever te volgen. De belangrijkste elementen van het arbeidsreglement worden samen met de cursist op de eerste dag van de opleiding overlopen.

De werkgever dient de wetgeving inzake arbeidsveiligheid, welzijn op het werk en de privacy te respecteren.

Daarnaast moet ook een arbeidsongevallenverzekering en burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering worden afgesloten ten voordele van de cursist.

Rechtsbron: Artikel 95 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

4.3. Betaling

Tijdens de IBO dient de werkgever geen loon of RSZ te betalen, maar is hij wel aan de VDAB maandelijks een vast bedrag verschuldigd dat alle kosten dekt. De cursist krijgt van de VDAB bovenop zijn uitkering een IBO-premie. 

Het bestuur moet erop toezien dat maandelijks de prestaties van de cursist tijdig worden doorgegeven aan de VDAB én dat de desbetreffende vaste kostprijs tijdig aan de VDAB wordt betaald. Tijdens de IBO dient er geen loon of RSZ betaald te worden.

4.4. Aanbieden van een overeenkomst na de IBO

De werkgever is verplicht om onmiddellijk na het einde van de IBO een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aan te bieden aan de betrokkene. Echter, wanneer de werkgever kan aantonen aan de VDAB dat het de gangbare zaak is in het aanwervingsbeleid, kan de werkgever een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur aanbieden. De arbeidsovereenkomst van bepaalde duur moet dan minstens dezelfde duur hebben als de duur van de opleiding.

De werkgever dient de cursist eveneens een attest met de vermelding van de verworven competenties te geven bij het einde van de opleiding.

Rechtsbron: Artikel 94 van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsmiddeling en de beroepsopleiding

5. Verplichtingen van de cursist

5.1. Naleven van het arbeidsreglement

Het is belangrijk dat een exemplaar van het arbeidsreglement ter beschikking wordt gesteld aan de cursist en dat deze ook met hem wordt overlopen. Immers, de cursist moet het arbeidsreglement van het bestuur naleven.

5.2. Werkmiddelen

Tijdens de opleiding kan de cursist bepaalde materialen en hulpmiddelen nodig hebben teneinde het werk te kunnen uitvoeren. De werkgever dient deze gratis ter beschikking te stellen en kan hiervoor geen borg vragen.

Het is aan de cursist om hiervoor zorg te dragen en deze in goede staat terug te bezorgen aan de werkgever.

5.3. Controle

De cursist moet de opleiding tot een goed einde brengen.

Tijdens de IBO moet de cursist de blauwe controlekaart (stempelkaart) invullen en zorgen dat hij deze kaart bij zich heeft.

6. Vakantie

De cursist heeft geen recht op betaalde vakantie tijdens de opleiding.

Indien de cursist gewerkt heeft tijdens het vakantiedienstjaar (= d.i. het jaar dat het vakantiejaar voorafgaat), kan de cursist zijn verworven vakantiedagen opnemen tijdens de IBO-periode als de werkgever hiermee akkoord gaat. Indien de cursist de vakantiedagen tijdens de IBO wenst op te nemen, bespreekt hij dit best met de bemiddelaar en de werkgever voor de aanvang van de IBO. Zo kan er in de IBO-overeenkomst rekening gehouden worden met de vakantiedagen. Deze vakantiedagen zullen de IBO-opleidingsduur verlengen.

7. Loon

Vakantiegeld, eindejaarstoelage, gewaarborgd inkomen

Tijdens de periode van IBO behoudt de cursist zijn statuut als werkzoekende. Hij zal bijgevolg geen recht hebben op vakantiegeld, een eindejaarstoelage of gewaarborgd loon tijdens een periode van ziekte. Bij ziekte vult de werkgever de code "ziekte" in in de online toepassing IBO-beheer. De cursist zal tijdens ziekte een uitkering van het ziekenfonds ontvangen. Bij langdurige afwezigheid moet de werkgever bovendien een minder hoge vaste premie betalen (dit geldt vanaf de achtste aaneensluitende dag).

8. Einde IBO

De IBO kan niet voortijdig stopgezet worden door de cursist of de werkgever. Enkel de IBO-bemiddelaar kan beslissen om de IBO voortijdig stop te zetten. In het geval de cursist ander werk gevonden heeft, kan de IBO wel voortijdig stopgezet worden, maar dan dient de cursist dit te melden aan de IBO-consulent.

Indien de werkgever eenzijdig de IBO voortijdig stopzet zonder akkoord van de VDAB, kan hij gesanctioneerd worden. Volgens een arrest van het Arbeidshof van Brussel van 6 november 2015 is de werkgever, die de overeenkomst beëindigt zonder akkoord van de VDAB en zonder geldige reden, aan de werknemer een schadevergoeding verschuldigd, die bestaat uit een vergoeding die overeenstemt met een premie voor het resterend gedeelte van de opleiding en uit het loon dat de werkgever verschuldigd is voor de periode overeenstemmend met de duur van de opleiding. 

Indien de cursist zonder geldige reden de IBO voortijdig stopzet, kan hij zijn uitkering verliezen.

Indien de VDAB de IBO voortijdig stopzet, is er geen enkele vergoeding verschuldigd aan de cursist of het bestuur.

Rechtsbron: Arbh. Brussel 6 november 2015, JTT 2016, afl. 1041, 104