1. Algemeen
De bevordering is de aanstelling van een personeelslid in een functie van een hogere graad die hoger gerangschikt is conform de indeling en rangschikking van de graden.
Externe mobiliteit binnen hetzelfde werkingsgebied is mogelijk.
Rechtsbron: artikel 1,5° BVR RPR 2023
2. Toelatingsvoorwaarden
De kandidaten voldoen aan de volgende voorwaarden om toegelaten te worden tot de bevorderingsprocedure:
- Ze beantwoorden aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving voor de functie
- Ze vervullen de eventuele diplomavereiste voor de functie
- Ze zijn bij het bestuur aangesteld na een externe bekendmaking en na een uitgebreide selectieprocedure
Rechtsbron: artikel 19, §3 jo. artikel 17, §3 BVR RPR 2023
3. Procedure
De raad stelt de procedure voor de toepassing van de bevordering vast. Deze procedure bevat ten minste:
- De wijze van bekendmaking
- De wijze van kandidaatstelling
- De minimale termijn voor kandidaatstelling
- De wijze waarop nagegaan wordt of de kandidaten voldoen aan de competentievereisten voor de functie
Rechtsbron: artikel 19, §1, lid 2 BVR RPR 2023
4. Vergoeding
Het vaststellen van de vergoeding van het bevorderde personeelslid wordt overgelaten aan de lokale autonomie.
BVR RPR 2007 De regeling uit het BVR RPR 2007 is nog van toepassing tot op het ogenblik dat een bestuur beslist om de lokale rechtspositieregeling op dat vlak aan te passen na de inwerkingtreding van het BVR RPR 2023 (m.n. 18 maart 2023).Vanaf dan dient de regeling in overeenstemming te zijn met het BVR RPR 2023. AlgemeenDe bevordering is de aanstelling van een personeelslid in een functie van een graad van een hogere rang in overeenstemming met de indeling en de rangschikking van de graden. Een bevordering kan zowel niveau-overschrijdend als binnen hetzelfde niveau. Een bevordering kan zowel in een statutaire als contractuele functie, maar is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie. Rechtsbron: artikelen 68 en 69, §1 BVR RPR 2007 Wie?Volgende personeelsleden kunnen deelnemen aan een bevorderingsprocedure:
Rechtsbron: artikel 69, §2 BVR RPR 2007 BevorderingsvoorwaardenDe kandidaten dienen aan volgende bevorderingsvoorwaarden te voldoen:
Onder minimale anciënniteit wordt verstaan: ofwel dienstanciënniteit, ofwel niveauanciënniteit, ofwel graadanciënniteit, ofwel een combinatie van die anciënniteiten
De raad kan aanvullende bevorderingsvoorwaarden bepalen (vb. specifieke opleiding of vorming). ProcedureDe raad stelt de regels vast voor de bekendmaking van de vacature en bepaalt de wijze waarop kandidaten hun kandidatuur moeten indienen en de termijn daarvoor. Nadien beoordeelt de aanstellende overheid de geldigheid van de ingediende kandidaturen. Wanneer de raad de aanstellende overheid is, beoordeelt het uitvoerend orgaan de geldigheid. Enkel de kandidaten die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, kunnen deelnemen aan de selectieprocedure. Kandidaten die niet toegelaten worden tot de selectieprocedure worden schriftelijk verwittigd, voor aanvang van de procedure. In dit schrijven wordt de reden van weigering vermeld. De raad kan bepalen dat een personeelslid vrijgesteld wordt voor onderdelen van de selectieprocedure als dit personeelslid al geslaagd is voor gelijkaardige proeven bij een andere functie van dezelfde graad. Voor de selectieprocedure kan verwezen worden naar de regels inzake de selectieprocedure die van toepassing is bij aanwerving. Geslaagde kandidaten kunnen:
De aanstellende overheid bepaalt haar keuze bij de vacantverklaring van de functie. Als de geslaagde kandidaten opgenomen worden in een bevorderingsreserve, bepaalt de aanstellende overheid de geldigheidsduur daarvan, rekening houdend met de door de raad vastgestelde maximale duur. Rechtsbron: artikelen 69, §3, 70, 73 en,74 BVR RPR 2007 Minimale salarisverhogingEen personeelslid dat bevorderd wordt mag nooit minder verdienen dan in zijn vorige functie. Een personeelslid kan bevorderen binnen hetzelfde niveau of niveau-overschrijdend. Bij een niveau-overschrijdende bevordering is er sprake van een gegarandeerde minimale salarisverhoging.
Indien het jaarsalaris in de nieuwe graad niet ten minste het bedrag van deze gegarandeerde salarisverhoging hoger is dan het jaarsalaris dat het personeelslid zou ontvangen in zijn oude salarisschaal, wordt het jaarsalaris in de nieuwe schaal verhoogd tot de minimale verhoging bereikt wordt. Deze gegarandeerde verhoging blijft behouden voor de rest van de loopbaan van de bevordering. D.w.z. dat telkens de oude salarisschaal (met inbegrip van de periodieke verhogingen, maar zonder verloop in functionele loopbaan) vergeleken wordt met de nieuwe salarisschaal (met inbegrip van de periodieke verhogingen en het verloop in functionele loopbaan), totdat het verschil tussen de oude en nieuwe schaal de gegarandeerde salarisverhoging overtreft. Het Rechtspositiebesluit stelt expliciet dat met ingang van 1 januari 2008 deze minimale salarisverhoging integraal deel uitmaakt van het salaris. PDOS en RSZPPO beschouwen deze verhoging echter als een bevorderingspremie die geen deel uitmaakt van het salaris (en waarop derhalve geen RSZ-bijdragen moeten betaald worden). Rechtsbron: artikelen 120 en 121 BVR RPR 2007 |