Koopkrachtmaatregel dienstencheques – sectoraal akkoord afgesloten!

Zoals reeds eerder door ons werd aangegeven hebben de dienstencheque-medewerkers recht op een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur vanaf 1 januari 2025.

Daarvoor werd nu binnen comité C1 op 11 juni 2025 een sectoraal akkoord afgesloten. Deze koopkrachtmaatregel geldt als voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031.

Elk lokaal bestuur moet in zijn lokale rechtspositieregeling, in overeenstemming met artikel 25 van het BVR RPR van 20 januari 2025, het salaris van de dienstencheque-medewerkers opnieuw vaststellen.
Dit geldt ook voor de besturen die het  BVR van 20 januari 2023 nog niet implementeerden.

ABB meldt op zijn website dat er hier in principe niet hoeft opnieuw over onderhandeld worden met de vakorganisaties gezien het akkoord op comité C1 maar het is wel aangewezen de vakorganisaties op de hoogte te houden van de implementatie van het akkoord.

Uitgerekend komt het er op neer dat  elke trap van de salarisschalen verhoogd wordt met 931,07 euro (1976/2,1223 (huidige indexcoëfficiënt)) aan 100% op jaarbasis.

Opgelet: de salarisverhoging heeft ook gevolgen voor het vakantiegeld dat moet worden aangepast aan de nieuwe salarisschalen. Gezien de terugwerkende kracht van het salaris vanaf 1 januari 2025 moet het vakantiegeld voor 2025 worden herberekend. Ook de haard- en standplaatstoelage moet eventueel worden herberekend.

Geef de aangepaste bedragen zo snel mogelijk door aan je sociaal secretariaat of pas je payroll-programma of loonmotor aan. Ook de DMFA-aangiftes voor de RSZ moeten worden gecorrigeerd.

Rechtsbron: Protocol nr. 2025/1 houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 11 juni 2025 werden gevoerd in comité C1 over een koopkrachtmaatregel voor dienstencheques- medewerkers bij de Vlaamse lokale besturen