Flexiloon: Circulaire begrenzing fiscale vrijstelling niet-gepensioneerden

Aangemaakt op: 05/09/2024

Er is een circulaire verschenen van de FOD Financiën die meer duidelijkheid schept omtrent de begrenzing van de fiscale vrijstelling van de bezoldigingen uit flexi-jobs voor niet-gepensioneerden (nl. slechts de eerste 12.000 euro op jaarbasis zijn fiscaal vrijgesteld). Wanneer dit maximumbedrag wordt overschreden, dienen de bezoldigingen te worden belast als normale bezoldigingen aan het progressief tarief. Gepensioneerden genieten daarentegen zonder beperking van de fiscale vrijstelling.

De circulaire verduidelijkt een en ander omtrent deze begrenzing van de fiscale vrijstelling:

  • Het maximumbedrag van 12.000 euro wordt niet geïndexeerd en moet in principe niet worden geprorateerd. Daarop geldt een uitzondering: Het maximumbedrag van de vrijstelling wordt enkel geprorateerd wanneer het belastbaar tijdperk om een andere reden dan overlijden niet overeenstemt met een volledig kalenderjaar.

Bv. Verhuis naar het buitenland

  • Bezoldigingen uit flexi-jobs die niet daadwerkelijk onderworpen zijn aan de bijzondere werkgeversbijdrage van 28%, ondergaan hun normale belastingregime en tellen niet mee voor de grens van 12.000 euro.

Bv. Fietsvergoeding

  • Gepensioneerden genieten zonder beperking van de fiscale vrijstelling. Met 'gepensioneerde' wordt hier bedoeld, de persoon die een pensioen geniet, als bedoeld in art. 68, § 1, eerste lid, a), van de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, met uitzondering van de overgangsuitkering. Dit is een ruime interpretatie van het woord.

Let op: Voor vervroegd gepensioneerden moet men wel nog altijd rekening houden met het grensbedrag voor vervroegdgepensioneerde ambtenaren wat betreft de cumulatie van een vervroegd rustpensioen met beroepsinkomsten als flexi-jobwerknemer. Klik hier voor meer informatie hieromtrent. 

  • De beoordeling van de hoedanigheid van gepensioneerde gebeurt op het moment van de prestatie (en dus niet op het moment van de betaling of toekenning van de bezoldiging).
  • Wanneer eenzelfde werkgever aan een niet-gepensioneerde flexi-jobwerknemer meer dan 12.000 euro bezoldigingen betaalt, dan is het belastbare gedeelte dat het maximumbedrag overschrijdt, onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing en moet het belastbare gedeelte als bezoldiging worden vermeld onder de code 250 op de fiche 281.10 van de betrokken flexi-jobwerknemer.
  • Daarentegen, wanneer een niet-gepensioneerde flexi-jobber een flexi-job uitoefent bij meerdere werkgevers, dan is het mogelijk dat de individuele werkgevers de grens van 12.000 euro niet overschrijden, maar dat de totaliteit van de bezoldigingen die daadwerkelijk zijn onderworpen aan de bijzondere bijdrage die op sociaal vlak verschuldigd is, wel hoger ligt dan 12.000 euro. De individuele werkgevers hebben geen kennis van de betalingen door de andere werkgevers. Zij kunnen hiermee dus geen rekening houden bij de beoordeling van de eventuele overschrijding van de grens. Het bedrag van overschrijding zal geautomatiseerd belast worden tegen progressief tarief aan de hand van de gegevens van 281.10.

Rechtsbron: Circulaire 2024/C/41 over flexi-jobs: begrenzing van de fiscale vrijstelling en uitbreiding van het toepassingsgebied.