2021

Een personeelslid dat een bedrijfsvoertuig ook voor privédoeleinden mag gebruiken, geniet een voordeel alle aard waarop belastingen verschuldigd zijn. Het voordeel hangt af van:
1) de cataloguswaarde van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde BTW, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of ristorno *
2) de CO2-uitstoot (d.m.v. een CO2-percentage)
3) de leeftijd van het voertuig

* Met kortingen, verminderingen, en met de lagere prijs van een optie- of accessoire pakket mag wel rekening gehouden worden indien deze beschikbaar zijn voor de particuliere markt, d.i. indien de constructeur of invoerder de wagen of het pakket tegen een door hem vastgestelde officiële prijs (nieuwe catalogusprijs in de prijslijst) algemeen aanbiedt aan particulieren.

(!) Met een commerciële korting/promotie of pakket, aangeboden door een (plaatselijke) dealer ‘à la tête du client’ mag dus geen rekening gehouden worden bij het bepalen van de catalogusprijs.
(!) Een onderhoudscontract is geen optie, maar een voorafbetaling op het onderhoud waarmee geen rekening moet gehouden worden bij het bepalen van de catalogusprijs.

Formule

* Per jaar dat de bedrijfswagen oud is (te tellen vanaf 1ste inschrijving), mag de cataloguswaarde met 6% verminderd worden, met een maximum van 30% (er dit dus minstens rekening gehouden te worden met 70% v/d catalogusprijs). Een begonnen maand telt als een volle maand.

Voorbeeld: Voor een bedrijfswagen van 3 jaar oud is de formule als volgt: 82% v/d cataloguswaarde x 6/7 x C02-percentage = jaarlijks voordeel

Het jaarlijks voordeel mag nooit minder bedragen dan € 820 (ongeïndexeerd). Voor 2021 bedrag het minimum VAA bedrijfswagen: € 1.370.

CO2-percentage
Het CO2-percentage wordt als volgt bepaald:

Voor hybride* wagens moet het voordeel berekend worden volgens de coëfficiënt die van toepassing is op het type brandstof: benzine, LPG, gas of diesel. Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat, dan wordt de CO2 van de plug -in hybride auto met 2,5 vermenigvuldigd. 

Omdat elektrische wagens geen rechtstreekse CO2 uitstoten, houdt de fiscus rekening met een forfaitair minimumbasispercentage van 4% om het VAA te berekenen.

* Hybride wagens: 

Voor hybride wagens wordt het voordeel berekend op basis van de CO2-uitstoot.

Vanaf 2020 moet voor zogenaamde 'valse hybrides' aangekocht/geleased vanaf 1 januari 2018 gekeken worden naar de CO2-uitstoot van het overeenstemmende model met enkel een verbrandingsmotor. Als er geen overeenstemmend model met enkel een klassieke aandrijving bestaat, moet de C02-uitstoot van de hybride wagen worden vermenigvuldigd met 2,5.

Een hybride wagen wordt als een 'valse hybride' beschouwd wanneer de accucapaciteit minder dan 0,5 kWh per 100kg wagengewicht bedraagt of de uitstoot meer dan 50 gram CO2 per kilometer is. De criteria om het overeenstemmende model te bepalen zijn gepubliceerd in het KB van 5 september 2019, B.S. 17 september 2019.

Eigen bijdrage
Indien het personeelslid een eigen bijdrage betaalt, mag dit van het berekende voordeel afgetrokken worden.
Indien een personeelslid een optie zelf betaalt, mag dit van de catalogusprijs afgetrokken worden.

Uiteindelijk maandelijks voordeel in kalenderdagen
Het uiteindelijk genoten voordeel wordt per kalenderdag berekend op basis van het jaarlijks voordeel. Voor een maand van 31 kalenderdagen zal het voordeel dus anders zijn dan een maand van 30 of 28 kalenderdagen.

Het bestuur dat aan zijn personeelsleden bedrijfsvoertuigen ter beschikking stelt die ook gebruikt mogen worden voor privédoeleinden, is een CO2-bijdrage verschuldigd aan de RSZ.

Deze bijdrage wordt forfaitair berekend afhankelijk van het type brandstof:

De maandelijkse bijdrage mag niet minder bedragen dan € 27,54.
Voor voertuigen waarvan de CO2-uitstoot niet achterhaald kan worden, wordt de CO2-uitstoot forfaitair bepaald op 182g/km voor benzinevoertuigen en 165g/km voor dieselvoertuigen.