Solidariteitsbijdragen
De prestaties van een student zijn vrijgesteld van RSZ-bijdragen en onderworpen aan solidariteitsbijdragen wanneer de student:
- werkt met een studentenovereenkomst conform Titel VII van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978
- voor maximum 600 (in 2023, 2024 en 2025) uren/jaar bij één of meerdere werkgevers (= het contingent)
- tewerkgesteld is tijdens niet verplichte aanwezigheidsperiodes in de onderwijsinstelling.
Het bijdragepercentage van de solidariteitsbijdrage bedraagt 8,13%:
- 5,42% ten laste van de werkgever
- 2,71% ten laste van de student.
Kinderbijslag
Een student heeft recht op kinderbijslag tot 31 augustus van het jaar waarin de student de leeftijd van 18 jaar bereikt.
Regeling voor 1 januari 2019:
Tot de leeftijd van 25 jaar kan een student zijn recht op kinderbijslag evenwel behouden voor zover hij per kwartaal een maximum aantal arbeidsuren niet overschrijdt:
- voor elke maand in het 3de kwartaal: geen grens
- voor elke maand in het 1ste, 2de en 4de kwartaal én tijdens het 3de kwartaal voor afgestudeerden: maximum 240u.
Een kind met een handicap kan kinderbijslag krijgen tot 21 jaar. Het kan bovendien ook recht hebben op een toeslag.
Personen met een handicap die op 1 juli 1987 al 21 jaar waren en die toen kinderbijslag kregen, kunnen deze verder ontvangen zonder leeftijdsbeperking.
Regeling na 1 januari 2019 (groeipakket):
Een student tussen de 18 en 25 jaar kan werken met behoud van het Groeipakket indien:
- De tewerkstelling niet meer dan 475 uur *bedraagt per jaar (studentenovereenkomst met de solidariteitsbijdrage)
- De tewerkstelling niet meer dan 80u per maand bedraagt (tewerkstellingsovereenkomsten andere dan de studentenovereenkomst met toepassing van de gewone socialezekerheidsbijdragen)
- Heeft de betrokkene met een studentenovereenkomst gewerkt en overschrijdt hij het urencontingent van 475 uur, dan zal het 476ste uur aanzien worden als het 1ste uur binnen de 80u per maand
- Stel dat er een overschrijding is van 80u per maand, dan zal er enkel een terugvordering gebeuren voor die maand. Er wordt dus maandelijks geëvalueerd.
- De beide tewerkstellingen (studentenovereenkomst max. 475u en 80u/maand) kunnen gecombineerd worden
*uren geldig voor 2025 (momenteel nog een wetsontwerp in de maak voor 650 uren)
Bij de toepassing van het Groeipakket wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de schoolmaanden en de vakantiemaanden.
Er wordt in het Groeipakket geen gebruik meer gemaakt van een inkomstennorm.
Er is wel nog een overgangsmaatregel voorzien voor 2019. Die overgangsmaatregel is van toepassing wanneer er geen recht is op het Groeipakket door de overschrijding van de werknormen. In dat geval kan men terugvallen op de oude regeling zoals die voorzien was in het AKBW:
- Wanneer de jongere in de zomer een studentenjob doet en daarna gewoon weer gaat studeren, dan kan de jongere onbeperkt werken in de zomer
- Wanneer de zomervakantie de laatste zomervakantie is omdat de jongere schoolverlater is, geldt de 240-uur norm voor het derde kwartaal. Om de 240 uur te bepalen wordt er rekening gehouden met de studententewerkstelling en de gewone tewerkstelling.
Fiscaal ten laste
Zie Kind ten laste.