Sinds 1 januari 2024 is de amateurkunstenvergoeding ingevoerd als vervanging van de kleinevergoedingsregeling (KVR). Met deze regeling kunnen kunstenaars tegen een beperkte vergoeding artistieke prestaties leveren. Op deze vergoeding hoeven zij geen belastingen te betalen, en als opdrachtgever ben je vrijgesteld van de gebruikelijke sociale bijdragen voor deze prestaties.

De belangrijkste voorwaarden zijn:

• Een kunstenaar mag maximaal 30 dagen per jaar artistieke prestaties leveren.
• Voor dezelfde opdrachtgever zijn maximaal 7 opeenvolgende dagen toegestaan.
• De vergoeding bedraagt maximaal 80,18 euro per dag per opdrachtgever.
• Een extra verplaatsingsvergoeding van maximaal 22,91 euro per dag is toegestaan.

Aangifteplicht voor de opdrachtgever:
Als opdrachtgever ben je verplicht de prestaties van kunstenaars aan te geven. Wanneer je in een kalenderjaar meer dan 572,71 euro aan amateurkunstenvergoedingen uitkeert (voor alle kunstenaars samen), betaal je 5% sociale bijdrage over het totale uitbetaalde bedrag.

Overschrijding van grenzen:
Worden de dagvergoeding of het toegestane aantal dagen per kunstenaar overschreden, dan ben je verplicht die kunstenaar aan te geven bij de RSZ als gewone werknemer.

Jaarlijks rapport:
Als je meer dan 100 dagvergoedingen per kalenderjaar uitbetaalt, moet je jaarlijks een rapport indienen over de omstandigheden waarin je gebruik maakt van de amateurkunstenvergoeding.

Registratie verplichting:
Zowel kunstenaars als opdrachtgevers moeten zich registreren via de online dienst Working in the Arts.

Bron: Working in the Arts | Amateurkunstenvergoeding – Home | Working in the arts

De vergoedingen die kunstenaars ontvangen voor kleinschalige artistieke activiteiten worden onder bepaalde voorwaarden als een terugbetaling van kosten aanzien en zodoende niet als inkomsten beschouwd.

Iedere vergoeding voor een artistieke prestatie, die niet groter is dan € 147,67 per dag (basisbedrag) wordt geacht een onkostenvergoeding te zijn zonder dat daarvoor een bewijs moet worden geleverd. De kunstenaar zelf mag per kalenderjaar niet meer dan € 2.953,37 (basisbedrag) ontvangen voor het geheel van zijn artistieke prestaties. Het gaat hier om het volledige bedrag dat de opdrachtgever aan de kunstenaar betaalt (alle kosten, dus ook verplaatsingskosten, inbegrepen).
Het aantal dagen waarop een kunstenaar prestaties mag leveren waarvoor deze bijzonder regeling geldt, is beperkt tot 30 dagen per kalenderjaar, en tot maximum 7 opeenvolgende dagen bij één opdrachtgever.

Indien het jaarbedrag of het aantal toegestane dagen door de kunstenaar overschreden wordt, moet hij door de opdrachtgever die hem op dat moment tewerkstelt bij de RSZ worden aangeven, evenals door alle opdrachtgevers die hem tijdens de rest van het jaar nog zullen tewerkstellen. Indien het gaat om opdrachtgevers voor wie de kunstenaar reeds vroeger in het jaar prestaties leverde, moeten zij ook die prestaties aangeven.
Indien bij een bepaalde opdrachtgever het dagbedrag wordt overschreden zelfs zonder dat het jaarbedrag overschreden wordt, is de kunstenaar onderworpen voor alle vergoedingen die hij tijdens het kalenderjaar van die opdrachtgever ontvangt.

Rechtsbron: www.artistatwork.be

Inkomstenjaar 2023, A.J. 2024

De bedragen toegekend ter vergoeding van de gemaakte kosten voor kleinschalige artistieke activiteiten, zijn onder volgende voorwaarden vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing:

• maximum dagbedrag: € 147,67
• maximum jaarbedrag: € 2.953,37
• maximum 30 dagen per kalenderjaar
• maximum 7 opeenvolgende dagen bij dezelfde opdrachtgever
• in bezit zijn van een 'kunstenaarskaart'.

Historiek